Storingen verhelpen
Storingen verhelpen
Procedures in de volgende gedeelten corresponderen met berichten die op het bedieningspaneel kunnen worden weergegeven.
Papierstoring in Lade 1
Storing in Lade 2 of Lade 3
1. |
Als de optionele Lade 3 is geïnstalleerd, trekt u Lade 3 naar buiten en plaatst u deze op een vlakke ondergrond. Verwijder het papier als het zichtbaar is.
| |||
2. |
Als u geen papier ziet zitten, controleert u of zich in de printer aan de bovenkant van de lade-opening papier bevindt. Verwijder al het vastgelopen papier. | |||
3. |
Trek Lade 2 naar buiten en leg deze op een vlakke ondergrond.
| |||
4. |
Verwijder het papier als het zichtbaar is.
| |||
5. |
Als u geen papier ziet zitten, controleert u of zich in de printer aan de bovenkant van de lade-opening papier bevindt. Verwijder al het vastgelopen papier.
| |||
6. |
Plaats Lade 2 en de optionele Lade 3 weer terug.
| |||
7. |
Druk op om verder te gaan met afdrukken.
|
Papierstoring in het fusergedeelte (bovenklep)
Papierstoring in de voorklep
1. |
| ||||||
2. |
Verwijder alle zichtbare papier.
| ||||||
3. |
Zoek de groene registratieplaatlipjes die zich onder de onderste printcartridge bevinden.
| ||||||
4. |
Druk op de lipjes en trek vervolgens de registratieplaat omhoog. Verwijder al het vastgelopen afdrukmateriaal en plaats de registratieplaat weer op zijn oorspronkelijke plaats.
| ||||||
5. |
|
Storing in de duplex-baan.
Opmerking |
Dit probleem kan alleen optreden bij modellen die zijn uitgerust met de functie voor automatisch dubbelzijdig afdrukken. |
---|
1. |
Schakel de printer uit en open de bovenklep. Verwijder het papier als het zichtbaar is.
| |||
2. |
| |||
3. |
Draai de transfereenheid omhoog en van de voorklep af.
| |||
4. |
Verwijder al het vastgelopen afdrukmateriaal van onder de transfereenheid.
| |||
5. |
Zoek de groene registratieplaatlipjes die zich onder de onderste printcartridge bevinden.
| |||
6. |
Druk op de lipjes en trek vervolgens de registratieplaat omhoog. Verwijder al het vastgelopen afdrukmateriaal en plaats de registratieplaat weer op zijn oorspronkelijke plaats.
| |||
7. |
Sluit de bovenklep en schakel vervolgens de printer in.
|